Gebiedsopdracht Titel:
Zuidzijde Wilhelminapier, Rotterdam

Periode:
januari 2002 tot november 2005

Opdrachtgever:
TRS Ontwikkelingsgroep BV/C.J. Hol Holding BV

Zuidzijde Wilhelminapier, Rotterdam

Zuidzijde Wilhelminapier, Rotterdam

Vesteda en TRS Ontwikkelingsgroep hebben zich eind negentiger jaren van de vorige eeuw gezamenlijk geprofileerd jegens de gemeente Rotterdam teneinde een positie op de Wilhelminapier te Rotterdam te verkrijgen. Een ding stond daarbij vast: geen plan met mooie plaatjes opstellen, want de burelen van de gemeente lagen al genoeg met allerlei plannen van vele marktpartijen bezaaid. Beide partijen wilden zich op een bijzondere manier onderscheiden, en wel zo dat daaruit de opgave op de Pier goed begrepen kon worden. Tijdens een creativiteitssessie o.l.v. Carol Hol, destijds algemeen directeur van TRS Ontwikkelingsgroep, is nagedacht over hoe beide partijen zich dan wel op unieke wijze konden presenteren. Daaruit kwam het idee naar voren om een interactieve game voor de Wilhelminapier te ontwikkelen. De game, het Wilhelminapierspel, is met vele stakeholders gespeeld. Daaruit kwam geleidelijk aan een beeld van de opgave naar voren. Van de kennis daarvan heeft de combinatie Vesteda/TRS  weten te profiteren toen in 2000 er door de gemeente een consultatieronde over de Kop van Zuid is ingelast. Daarbij ging het om een groot aantal locaties, waaronder plot 3 en 4 aan de zuidzijde van de Wilhelminapier. De combinatie heeft het Consultatiepaper, getiteld "Transatlantic Rotterdam" uitgebracht, waarin een viertal essays zijn opgenomen van respectievelijk: Jan Willem Duyvendak en Kees Fontein van het Verwey Jonker Instituut, waarin zij bouwstenen voor een sociale benadering aanreikten; Eduard Bonhoff van Nyfer, die pleitte voor het naar de Pier halen van een grote culturele trekker, mede gezien de economische effecten daarvan; Jo Coenen en Mels Crouwel, die in een visueel essay het concept van “The Bay of Rotterdam” introduceerden en daarmee expliciet de Rijnhaven als waterplein op de agenda zetten; Carol Hol die het overall-concept “Rotterdam, the living city” schreef, waarin opgenomen het Trans Atlantic Program en de Ontwikkelingsstrategie. In het verlengde van de paper heeft de combinatie vervolgens op verzoek van de gemeente een propositie op plot 3 en 4 mogen uitbrengen, waarna de projectontwikkeling van beide plots is gestart. ‘Warme architectuur’, dat moest er op de zuidzijde van de Pier, gelegen aan de Rijnhaven en gericht op het zuiden, komen. Als architecten werden aangetrokken Alvara Siza (Porto) voor het ontwerp van New Orleans en Ortiz e Cruz (Sevilla) voor dat van Havana. De namen New Orleans en Havana refereren aan die van de havenloodsen, die er ooit op de Pier hebben gestaan. Studies in het gezamenlijke ontwerpteam wezen uiteindelijk in de richting van twee twins, elk een ensemble van twee ruim 150 m hoge woontorens verbonden door een plint. De effecten van 9/11 in combinatie met de recessie die toen vervolgens Nederland in haar greep kreeg, maakten echter duidelijk dat de twee twins een hoog risicoprofiel kenden en daarmee niet haalbaar waren. Herontwikkeling was onvermijdelijk en werd dan ook in gang gezet, hetgeen resulteerde in een nieuw ontwerp van twee separate hoge torens (New Orleans en Havana) aan de flanken van de plots waartussen drie kleine torens ( San Francisco, Boston en Philadelphia) zijn opgenomen. Indachtig de doorwaadbaarheid van de Pier zullen op deze wijze vier pleinen op de zuidkade van de Pier gaan ontstaan, die het makkelijk zullen maken om van de ene zijde naar de andere zijde van de Pier te komen. Na vertrek bij TRS, eind 2001, heeft Carol Hol in opdracht van TRS het planontwikkelingsproces samen met Vesteda aangestuurd. Daarbij is Concire ingeschakeld, welk bureau zich met name met het conceptmanagement gedurende het ontwikkelingsproces heeft beziggehouden. Medio 2005 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de marktpartijen en de gemeente gesloten. In de periode daarna is Concire bij de ontwikkeling betrokken gebleven, zie het project New Orleans en het project Pier III.